The cave, kerkdienst en National Park - Reisverslag uit Rubirizi, Oeganda van Marin - WaarBenJij.nu The cave, kerkdienst en National Park - Reisverslag uit Rubirizi, Oeganda van Marin - WaarBenJij.nu

The cave, kerkdienst en National Park

Blijf op de hoogte en volg Marin

20 Februari 2018 | Oeganda, Rubirizi

Hallo lieve lezers,

Jeetje, ik merk dat ik over iedere dag die ik meemaak tot nu toe wel een boek zou kunnen schrijven.. Er gebeurd ook gewoon zo veel, en dat terwijl ik in mijn eerste dagen niet eens bijzonder veel te doen heb gehad. Maar alles wat ik meemaak is nieuw voor me, en het maakt allemaal zoveel indruk op me. Ik vraag me echt af hoe ik het straks allemaal ervaar als ik hier bijvoorbeeld een maand ben, of meerdere maanden. Laat staan hoe ik er straks op terugkijk als ik over 5 maanden terug kom, of als ik over een paar jaar terug kan denken aan mijn 5 maanden in Uganda. Ik kan nu al wel zeggen, ik weet wat mensen bedoelen als ze zeggen dat als je eenmaal een keer in Afrika bent geweest, je verkocht bent.

Er gaan zoveel dingen anders, en ik vind nu al veel dingen normaal, die ik thuis niet snel mee zou maken. Zo is het bijvoorbeeld doodnormaal als hier de stroom uitvalt. In Nederland zouden we ons gelijk afvragen wat de oorzaak is, en als het ’s avonds laat is een probleem hebben, want waar is nou die zaklamp gebleven? Hier niet, iedereen heeft standaard een zaklamp in de buurt en als de stroom uitvalt gaat iedereen die op zijn gemakje pakken en loopt vervolgens iedereen met zijn zaklampje rond en doet gewoon zijn normale dingetje. Mooi om te zien als je dan buiten zit, overal zie je lichtbolletjes ronddansen. Mijn zaklamp laadt op via zonne-energie, en laten we daar hier nou overdag meer dan genoeg van hebben! Ik heb ook standaard mijn powerbank aan de stroom liggen, zodat die ten alle tijden is opgeladen om mijn telefoontje van wat sap te voorzien als dit nodig is. De ‘douche’ mag eigenlijk geen douche worden genoemd: het is een koud zeikstraaltje water waaronder je je ding kan doen. En dan komt het ook nogal eens voor dat de waterdruk eraf is en je dus helemaal niet kunt douchen (oh no!). Maar, ik begin er inmiddels aan te wennen en weet dat ik straks thuis des te meer van een goede douche zal genieten.

Zondag vertelde ik dat ik ’s middags met Fr Acapito (of hoe je zijn naam ook schrijft. Niemand schijnt dit te weten, dus dit is de variant waar ik me maar bij neer heb gelegd) mee zou gaan naar een school om daar een Kerkdienst bij te wonen. Hij zei dat hij me om 4 uur op zou halen met de auto en we daarheen zouden gaan, ongeveer een kwartiertje rijden. De tijd daarvoor was hij spoorloos verdwenen en iedereen in de stress, waar kon hij nou zijn. Tegen mijn verbazing was hij netjes op de afgesproken tijd terug om mij op te halen, maar we zouden niet naar de school gaan omdat om een of andere reden de dienst niet door ging. Of ik het leuk vond om dan maar gewoon een stukje te rijden en wat van de omgeving te zien? Uiteraard, dus hop in de auto en daar gingen we. Allereerst: die auto! Mijn hemel, thuis maakten we ons druk of de auto wel door de APK zou komen als de ruitenwisser niet goed werkte, deze auto zou op geen enkel punt worden goedgekeurd. Er zou niet eens worden gezegd, als je dit en dit repareert komt het nog goed, nee hij zou opgeladen worden op een trailer en afgevoerd naar de sloop. Volgens mij was het enige dat echt leek te werken zoals het hoort de gordel (hoewel die na 2 minuten rijden op een missie leek te zijn om mij zo snel mogelijk van mijn longinhoud te ontdoen), en die dragen ze niet eens! Ik wel, ik had op mijn weg hier naartoe gezien hoe de wegen eruit zien en hoe ze rijden, ik ben nog teveel aan mijn leven gehecht om het te verliezen tijdens een autoritje in mijn eerste week in Uganda. De priester zei nog grappend hoe duur het voor hem zou zijn om een Mzungu te laten verongelukken, het was goedkoper om dat maar te doen met een Ugandees iemand, dat wekt echt vertrouwen op!

Hobbelend door de kuilen en springend over de bulten gingen we op pad. Niet eens heel ver, we zijn hooguit een kwartiertje op pad geweest toen de auto ineens langs de kant van de weg werd neergezet en ik alleen werd gelaten omdat Fr Acapito even met wat mensen wilde gaan praten, of ik even in de auto wilde wachten? Geen probleem hoor. Naïeveling die ik ben zat ik daar rustig om me heen te kijken, en binnen 3 seconden nadat de priester weg was, was de auto omringd met mensen die me iets wilde verkopen. En je kunt het zo gek niet bedenken of ze hadden het bij zich. Ik had het advies gekregen om op zo’n moment gewoon te zeggen dat ik geen geld bij me had, dus dat heb ik gedaan en al snel droop iedereen af. Een dapper jongetje maakte me nog aan het lachen door aan te bieden dat hij ook mijn zonnebril of ketting wel wilde hebben in plaats van geld, maar nee mijn vriend, dat gaat niet gebeuren. Ze verwachten hier dat alle blanken barsten van het geld, maar dan hebben ze aan deze mzungu jammer genoeg toch de verkeerde. Toen Fr Acapito terug kwam had hij een blikje energy drink voor me meegenomen, dat moest ik maar eens proberen.. Niet wetende dat dat mijn tentamen-dieet regelmatig is terug in Nederland..

Toen we weer wilden gaan wilde de auto niet starten (wat een verrassing!), de bezine bleek op. Geen probleem, er stond gelijk iemand met een jerrycan, er werd wat geld overhandigd en al snel kwam hij terug met een klein beetje benzine. Te weinig om hem alsnog te starten, dus we werden door een heel leger van een helling afgeduwd waardoor het wel lukte, omgedraaid, en we konden onze weg vervolgen of het de normaalste zaak van de wereld was. Vervolgens gingen we naar de Kingfisher lodge, een van de hotels die door de Europeanen hier is neergeknald. Hij had daar vrienden dus het zou geen probleem zijn om even rond te kijken. Bij de poort stond een bewaker met het grootste geweer dat ik ooit gezien heb, maar zonder al te veel gedoe werden we door gelaten. Het is te bizar voor woorden om het contrast te zien tussen waar de locals wonen en wat er wordt neergeknald voor de toeristen die met hun geld lopen te wapperen. Zoveel luxe, eerlijk gezegd wel een prachtig uitzicht over het National Park en een groot zwembad waar drie Belgische meiden lagen te braden in de zon. Ook zoiets, we hadden hier een gesprek over hoe wij omgaan met de zon, en ze konden niet geloven dat er mensen zijn die er moeite voor doen om bruin te worden. Ik kreeg het ze niet aan hun verstand gebracht dat er echt mensen zijn die het echt de moeite waard vinden om dagen aan een stuk alleen maar in de zon te liggen om een kleurtje te krijgen. Ik heb erg om de reacties moeten lachen en zij hebben op hun beurt hard gelachen om die ‘stomme blanken’. Overigens is me ook al meerdere keren gevraagd waarom ik mezelf steeds van top tot teen insmeer (zonnebrand) en of het voor hun zou werken als ze het ook opsmeerden om dezelfde kleur te krijgen als ik? Ik was verbaasd en heb me even afgevraagd of het een serieuze vraag was, maar ze meenden het blijkbaar echt..

Weer terug in de auto zijn we nog gestopt om bij een van de vele crater lakes te kijken (er zijn er 52 in dit district alleen!) en daar werd ik erop gewezen dat we recht tegenover de Parish stonden, aan de andere kant van de vallei. Daar vandaan gezien lijken de wegen ontzettend ver weg, maar blijkbaar valt dat dus nog best wel mee. Vervolgens zijn we nog op zoek gegaan naar flessen water, want het enige drinkwater dat ze hebben bij de Parish is gekookt leidingwater en dat is echt niet lekker. Het smaakt dood, om het zo maar te noemen. Dus ik heb een voorraadje water en wat kleine flesjes met een soort cassis ingeslagen en daar was ik 2 euro voor kwijt. Misschien dat ik hier dan toch een beetje rijk ben? Toen we terugkwamen op de Parish vertelde Fr Acapito dat hij die avond naar Kampala zou vertrekken en daar een dag of twee zou blijven. Daar zaten we dus op de Parish zonder priesters, niemand kon echt geloven dat ze beiden weg waren. Twee meiden hadden opdracht gekregen om in het huis te slapen die nacht, omdat ik anders alleen zou zijn en om eerlijk te zijn vond ik dat wel prettig. Die avond deed de stroom het wel gewoon en wat bleek, mijn nieuwe kamer bevond zich pal onder een grote TL balk die als ‘safety light’ de hele nacht aan bleef! En aan dat licht kon ik wel wennen, maar met mijn raam open was mijn kamer een walhalla van insecten. Midden in de nacht werd ik wakker met drie gigantische soort wespen op mijn kamer, ook niet echt de ideale situatie en vooral niet omdat één ervan zich onder mijn klamboe had geworsteld… Zucht, nog geen raam open en dus nog steeds bloedheet..

De volgende ochtend zat ik er, na weer een nacht van maximaal 3 of 4 uurtjes slaap, een klein beetje doorheen. Het zou de eerste echte dag van mijn stage zijn, maar met Vincent in Kampala had ik geen idee wat te doen of naar wie ik toe kon. Ik heb mijn stagebegeleidster in Nederland een berichtje gestuurd en haar gevraagd wat de bedoeling was. Uiteindelijk bleek dat Vincent die avond terug zou zijn en dat we dan konden gaan overleggen. Voor die dag zelf was het advies om met ene David contact op te nemen bij ‘The Cave’ en daar een bezoekje aan te brengen. Zo gezegd zo gedaan,en na de lunch werd ik verwacht. Tijd voor weer een volgende avontuur: Achterop een Bodaboda naar the cave. De meiden hadden gebeld en al snel stond er een jongeman met een motor voor de deur. Ik achterop geklommen en daar gingen we, nadat ik duidelijk had gezegd dat ik wilde dat hij rustig zou rijden! Ze rijden hier, als je niks zegt, in veel gevallen als gekken. En ik ben nog steeds teveel gehecht aan mijn leventje..

Heelhuids aangekomen, maar volledig door elkaar gehobbeld werd ik opgewacht door de receptionist van het ‘resort’. Hij stelde me wat vragen over wie ik was, wat ik doe en waarom ik daar was en dat werd allemaal opgeschreven. Geen idee waarom. Vervolgens werd ik meegenomen de heuvel af (stijl paadje, en daar liep ik op mijn slippertjes..) naar David en zijn manager Leonard. In eerste instantie kwam het gesprek wat moeizaam op gang maar zodra ze merkten dat ik oprecht geïnteresseerd was vertelden ze honderduit. Over hoe het allemaal is begonnen, wat ze allemaal hebben en doen en wat ze hopen te bereiken in de toekomst. Ze zijn namelijk begonnen met alleen een museumpje over africa en zijn inmiddels in 10 jaar tijd uitgegroeid aan een ‘resort’ waar ze in totaal 18 mensen kunnen hosten. Het lijkt niet veel, maar als je weet dat David alles zelf heeft gemaakt en dat al het materiaal komt van bomen die hij zelf heeft gepland of op een andere manier uit de omgeving zijn gehaald is het gelijk een heel ander verhaal. Er zijn 3 kamers met een tweepersoonsbed, normaal toilet en goede douche (met warm water! Ik moest me inhouden om er niet gelijk onder te springen..), een Honeymoon suite (WAUW!) Afgezonderd van de andere kamers, een aparte cabin met ook een losse toilet en douche, maar de douche is gewoon open: tussen de bomen met uitzicht op het meer en de spelende aapjes! En dan zijn er nog twee familiekamers, vergelijkbaar met de honeymoon suite, maar dan met een extra tweepersoonsbed. Verder is er nog steeds het museum en er is ook een echte originele cave, die werd gevormd door vulkaanuitbarstingen. David heeft me hier mee naartoe genomen (geen succes op mijn slippertjes..) en het is er echt prachtig! Weer omhoog geklommen hebben ze me het kleine museumpje nog laten zien en de bar en het restaurant. Het is echt een prachtig verblijf en wat ik nog veel mooier vind is dat ze echt volledig op de natuur gericht zijn. Alles proberen ze volledig duurzaam te doen en gericht op de ontwikkeling en behoud van de natuur. Gasten kunnen daar hun eigen groente planten en zij nemen daar dan de zorg over op zich en gebruiken het vervolgens in het restaurant. Ik vond het ook prachtig dat de aapjes vrolijk aan het spelen waren in de bomen vlak voor onze neus in de tijd dat wij er waren. En dan hadden ze ook nog een onwijs lieve hond Ban, die ik helemaal plat heb geknuffeld bij gebrek aan knuffels van Gemma.

Eenmaal terug was ik razend enthousiast over mijn dag. En al snel nadat ik terug was, kwam ook Vincent weer aan en hij wilde direct graag met me praten. De eerste dag dat ik er was hadden we elkaar maar even vluchtig gezien, nu konden we echt een fatsoenlijk gesprek voeren. Daarnaast had hij van mijn stagebegeleider gehoord dat ik nogal wat vragen had over de veiligheid hier, en dat wilde hij graag ophelderen. Hij heeft me verzekerd dat ik absoluut veilig ben, het enige is dat ik mijn deur op slot moet houden als ik zelf niet op mijn kamer ben. Maar ik kan gewoon met mijn raam open slapen, het is de grootste onzin dat ik dan ’s nachts gevaar zou lopen omdat er mensen met stenen zouden gaan gooien. Ook was het onzin dat ik beter niet na het donker buiten kon komen, het is alleen niet aan te raden om in mijn eentje ’s nachts op straat rond te gaan lopen in het dorp. Bij de parochie hoef ik me, als ik Vincent mag geloven, geen moment onveilig te voelen. Ook zei hij dat het prettiger voor me zou zijn om terug te verhuizen naar mijn eerste kamer. Ten eerste omdat ik daar een kast en wasbakje heb, ten tweede omdat ik daar ’s nachts mijn raam open kan doen zonder me druk te maken om insecten. Dus die avond heb ik alles weer terug verhuisd en ik hoop nu de komende maanden te kunnen blijven zitten waar ik nu zit. Ik voelde me direct stukken beter.

Daarnaast hebben we veel gesproken over mijn daadwerkelijke opdracht hier: helpen met de organisatie van Walk the Pearl of Africa. Dit is een evenement gebaseerd op de Nijmeegse Vierdaagse, waar mensen zich voor in kunnen schrijven en dan in drie dagen 50 kilometer lopen in de omgeving. Zijn gedachte erachter is dat mensen mee moeten willen lopen omdat het goed voor ze is en om te kunnen genieten van de omgeving. Vorig jaar hebben er al veel locals meegelopen, voor dit jaar hoopt hij ook mensen van buitenaf te kunnen verwelkomen. We hebben afgesproken dat ik de eerste maanden aan de slag ga met uitzoeken hoe we de marketing van het evenement in het buitenland kunnen aanpakken. Hij wil proberen om ook de Europese, Amerikaanse en Aziatische markt aan te spreken. Uitdaginkje voor mij dus om uit te vinden hoe ik een evenement kan promoten dat nog niet volledig is vormgegeven. Vervolgens kan ik ook meehelpen met de daadwerkelijke organisatie, het zoeken van sponsoren en noem maar op. Ik heb er ontzettend veel zin in!

Vannacht heb ik eindelijk een keer echt goed geslapen. Ik voelde me een stuk veiliger en het was tot mijn verbazing zelfs vrij koud vannacht. Ik heb dus heerlijk onder een dekentje geslapen als een baby! Vanochtend werd ik ook eindelijk uitgerust wakker, met frisse zin om aan het werk te kunnen gaan. Ik heb van Vincent de vrijheid te kregen om te werken waar ik dat wil, dus ik heb een tafel en stoel naar de veranda gesleept en zit met mijn verlengsnoer naar het stopcontact in mijn ‘oude’ slaapkamer in het zonnetje, met het mooiste uitzicht dat ik ooit heb gezien. Wat ben ik toch een bofkont! Vincent heeft me overigens ook verteld dat hij het leuk zou vinden als ik de teams die op verschillende andere locaties zitten zou bezoeken, wat onder andere een tripje naar Rwanda betekent! Komt goed uit, want na 3 maanden moet ik mijn visum verlengen dus dan kan ik dat weer mooi combineren. Als ik wil mag ik ook in de weekenden reizen waar ik maar naartoe wil en als ik hulp nodig heb hoef ik het maar te vragen. De wereld ziet er vandaag ineens een heel stuk mooier uit!

Zo zien we maar, ook ik heb tijd nodig om te wennen aan deze compleet nieuwe wereld..


Op het moment dat ik deze blog online wilde posten kwam Fr Agapito me vragen of ik zin had om mee te gaan naar het national park in de buurt, en 3x raden wat mijn antwoord was. Dit was opnieuw weer een heel speciale gebeurtenis, die ik jullie vooral niet wil ontnemen tot mijn volgende post.

Zoals gezegd werd me dus gevraagd of ik zin had om mee te gaan. Hij zou met de auto naar Lake Edward rijden en daar een dienst in de kerk leiden in het lokale ‘dorp’. Uiteraard wilde ik graag mee, ten eerste het national park te zien en ten tweede eindelijk mijn kans om een dienst bij te wonen. Wel even aan Vincent om toestemming gevraagd, ik zou immers vandaag eindelijk met mijn stage beginnen en zat er ook vers klaar voor, tot internet weer besloot me in de steek te laten. Hij reageerde heel enthousiast en zei dat het zelfs zijn idee was geweest om me mee te vragen. Gewapend met mijn (nou ja, papa’s) camera (want, national park = kans op wilde dieren) stapte ik in de auto. Er bleek nog een andere man mee te gaan, maar ik heb geen idee wie dat was. Hij heeft fr Agapito met vanalles geholpen dus zijn functie zal vast een naam hebben, maar mijn kennis van de kerk is niet zo groot dat ik die naam weet. Op de parochie waren ze een beetje huiverig omdat het gevaarlijk zou zijn, maar met mijn (inmiddels) ervaring van wat zij gevaarlijk noemen ben ik met het akkoord van Vincent toch gewoon mee gegaan. Ik ben hier ook niet om 5 maanden op de parochie te blijven zitten..

Het eerste stuk weg was me inmiddels bekend met al haar kuilen en bulten, maar eenmaal in het national park (waar zijn de gates, waar moeten al die toeristen altijd zoveel geld betalen?) bleken de wegen daar zo mogelijk nog slechter te zijn. Op de heenweg hebben we een mannelijke olifant in de verte gezien en verder een heleboel apen. Na ongeveer een uurtje rijden kwamen we bij het dorp aan en zijn in eerste instantie doorgereden naar lake Edward. Een gigantisch meer met zout water, waarvan je bijna zou denken dat het de zee was, zo groot was het. Een snel fotootje gemaakt en toen moesten we door naar de kerk. Daar aangekomen wilde iedereen me gedag zeggen (je hoort de hele dag “Hello, how are you? I’m fine, how are you?” dat is ook het enige wat ze in het engels kunnen zeggen, want als je afwijkt van de standaard of door vraagt kijken ze je aan of je een alien bent.

Ik werd meegenomen de kamer in waar de priester zich voorbereid op de dienst. Voor de mensen met een dirty mind: dit is waar ze eten en hun gewaad aantrekken voor ze naar binnen gaan. Er werden 4 joekels van borden binnengebracht voor de lunch, waarvan 1 voor mij. Wat voor me neer werd gezet was een volledige gerookte vis (uit het eigen meer) met daarbij, je raad het al, 4 hele stukken matoke. En die vis.. Echt een volledige vis, met kop en al. Na bij Fr. Acapito gespiekt te hebben hoe hij dit aanpakte bleek dat je ook die kop dus opeet. Brr! Maar ik heb me kranig geweerd, het blijkt een grote belediging te zijn als je iets te eten laat staan. Op de kop na was de vis ook echt wel lekker, maar die matoke. VIER stukken, ik heb al moeite met een halve. Het smaakt naar karton en vult zo ontzettend dat ik echt heb moeten stampen om het weg te krijgen en met het gevoel dat het mijn oren uit kwam ben ik vervolgens mee de kerk in gegaan. Ik ben totaal niet gelovig en snapte geen snars van wat er gezegd werd, maar ik vond het wel mooi om mee te maken. Er zijn zelfs nog 3 mensen gedoopt: Een baby, en kindje van een jaar of 4 en een volwassen man. Dat kindje van 4 was een verhaal apart. Zodra wij bij de kerk aankwamen en ze kreeg me in de smiezen kwam ze voorzichtig op me af gewandeld. Eerst werd er met een vingertje in mijn arm geprikt, en vervolgens werd er getest of die witte huidskleur dan misschien af gaf? Ik stak mijn hand naar haar uit, in een poging om gedag te zeggen en om te laten zien dat naast de kleur niet zoveel anders aan mij was, en toen zei ze me netjes gedag. Vervolgens hield ze mijn hand vast (in het begin ook tijdens het eten, probeer eens een vis uit elkaar te trekken met één hand zonder ‘gereedschap?) en wilde deze nooit meer los laten. Nadat de doop was gedaan kwam ze weer voorzichtig naar me toe geschuifeld en pakte stiekem weer mijn hand beet en bleef daar netjes de gehele dienst stil zitten. Af en toe zag ik haar uit mijn ooghoek naar me staren, maar ze bleef wel netjes zitten. Zo schattig, ik had haar bijna in de auto geladen om mee te nemen!

Na de dienst kwam één van de oudste vrouwen die ik in mijn leven heb gezien ook naar me toe gewandeld. Ze gaf me een hand en zei iets in een taal die ik niet begrijp (In Uganda worden meer dan 30 verschillende talen gebruikt, vandaar dat ik nooit weet welke het nu is), dus ik stond daar een beetje ongemakkelijk maar heb geprobeerd om zo vriendelijk mogelijk te blijven. De priester had het gezien en gehoord en later in de auto vertelde hij me dat de vrouw een soort zegen over mij uitsprak, blijkbaar is dat een grote eer als de oudste van het dorp dat doet. Ik voelde me zeer vereerd, zo lief! Verder heb ik me vooral ongemakkelijk gevoeld toen we weg wilden gaan, ze behandelden me als een beroemdheid. Iedereen wilde me een hand geven en nog even iets tegen me zeggen en toen op een bepaald moment iemand een fototoestel tevoorschijn haalde moest en zou iedereen met mij op de foto gaan. Jeetje wat een commotie, ik ben ook maar een mens… Maarja, wel een Mzungu en die zullen ze er niet vaak zien. Ik ben overigens ook nog genoemd tijdens de dienst, maar het is een groot vraagteken wat er over me gezegd is?

Toen we vertrokken bleek dat we nog naar een ander dorp zouden gaan en op weg daar naartoe zouden we mogelijk meer olifanten zien en ook buffels. Helaas was het begonnen met regenen en ongeveer halverwege daar naartoe kwamen we vast te zitten in de modder. Overigens, een priester die naast je constant kruisjes aan het slaan is om te bidden dat de rit maar goed zal gaan geeft, wederom, niet heel veel vertrouwen.. Na een paar keer geprobeerd hebben voor of achteruit te rijden werd het duidelijk, dit ging niet lukken zonder te duwen. Heerlijke onderneming, midden in een national park in het gebied waar olifanten en leeuwen lopen.. Fr Acapito vroeg of ik wist hoe ik moest autorijden en dus werd ik achter het stuur geplant en moest ik, in zn achteruit de blub uit zien te komen. En niet denken dat hij daarna weer instapte, nee ik moest het hele pad in zn achteruit door de blubber en over de hobbels en door de kuilen. Lang leve mijn ervaring met autorijden, zonder kleerscheuren vanaf gekomen (met een bak complimentjes op zak over hoe goed ik het deed haha) en toen we weer op het verharde stuk kwamen zijn we weer van plek gewisseld. Ook autorijden in Uganda kan ik dus van de lijst strepen, jippie! Op de terugweg hebben we nog een soort van grote gazelle/steenbok achtige unit gezien, geen idee hoe ze moeten heten, en nog een paar mannelijke olifanten. Er is me beloofd dat we snel nog een keer proberen naar deze tweede plek te komen en dat we dan proberen meer dieren te zien.

Uiteindelijk zijn we onder de blubber weer terug gekomen bij de Parish. Ook ik, want ik moest het raam open houden terwijl we los probeerden te komen. Maar het was wederom een fantastische ervaring, ik had het voor geen goud willen missen. Ook van de kerkdienst heb ik onwijs genoten, zoveel blijdschap, muziek en dans, heel bijzonder om bij te hebben mogen zijn!

Tot snel!

Liefs Marin

  • 20 Februari 2018 - 20:46

    Ellen:

    Dag Marin

    Wederom een lekker lang verhaal om te lezen.
    Ik heb het gevoel dat ik er zelf bij ben geweest, kan me er een goede voorstelling van maken.
    Zeker met die auto in de modder.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Marin

Een opleiding toerisme, met daarbij diverse reizen... Daar moet natuurlijk het een en ander van worden bijgehouden. En dat kan ik helemaal voor mijzelf doen, maar het is net zo leuk om dit met de geïnteresseerden te delen, toch? Daarom dus deze pagina, zodat je kunt bijhouden wat ik allemaal uitspook. En natuurlijk voor mijzelf, om de ervaring nooit meer te vergeten. Ik hoop dat je plezier hebt aan het lezen van mijn blog. En laat vooral een reactie achter, dat vind ik leuk! xx Marin

Actief sinds 21 Sept. 2015
Verslag gelezen: 255
Totaal aantal bezoekers 100046

Voorgaande reizen:

10 Januari 2019 - 24 Mei 2019

Afstudeeronderzoek in Uganda

23 November 2018 - 24 December 2018

Studiereis Brazilië

15 Februari 2018 - 11 Juli 2018

Stage in Uganda

18 Juni 2016 - 20 Juli 2016

Roadtrip 2016

21 September 2015 - 18 Juni 2016

Uitwisseling Portoroz

Landen bezocht: